Hebbie ouwe kranten?
Als jochie van een jaar of zeven, acht, heb je ook je onkosten. Vraag me niet waar ik het op die leeftijd, eind jaren zestig, aan spendeerde, maar ik had het wel nodig. Zal wel allemaal opgegaan zijn aan snoep. Of aan lucifers om een illegaal brandje mee te beginnen tegen alle advies van de volwassenen in mijn buurt in. Hoe dan ook, mijn zakgeld (het zal niet meer zijn geweest dan twee kwartjes) voldeed niet altijd en er moest geld verdiend worden.
Er was een andere methode, namelijk gewoon aan je ouders vragen (mag ik een kwartje?), maar die methode was niet waterdicht. Negen van de tien keer kreeg je een dubbeltje terwijl je toch duidelijk om een kwartje had gevraagd, of erger; je kreeg helemaal niks. Op die momenten moest je werken voor je poen en in die tijd was er een baantje dat we in mijn buurt, Het Oude Noorden van Rotterdam, bij tijd en wijle op ons namen: Oude krantenophaler.
Het principe is simpel, je regelde iets van een trekkar. Er was altijd wel een vriendje die er eentje had. Of een grote tas waar veel kranten in konden. Daarna ging je de deuren langs in je straat, belde aan en als er open gedaan werd riep je: “Hebbie ouwe kranten?”. Had je geluk, waren er oude kranten, had je pech dan hoorde je ‘neehee’ en moest je verder leuren.
Je ging altijd door tot net voorbij het moment dat de opgehaalde oude kranten te vervoeren waren. Je wilde zoveel mogelijk opbrengst en je stopte oude kranten waar ze nog te stoppen waren. Je zou zelfs een stapel meesjouwen op je hoofd als je daar de vaardigheid voor had gehad. Maar, teveel was het eigenlijk altijd.
Inleveren bij de oudpapierhandel. In mijn geval was dat Alblas in de Meester Willemstraat in het Oude Noorden van Rotterdam. Je handel werd dan gewogen en je kreeg een paar centen. Soms had een wijsneus een steen verborgen in zijn kranten, om maar zoveel mogelijk geld te gaan vangen, maar Albas was niet stom. De stenen werden er steevast voor het wegen door hem uitgeslingerd. Met de opbrengst ging je doen wat je bedacht had. Snoep, lucifers of sigaretten kopen. Die laatste kon je toen nog los kopen in de winkel van tante Neeltje in de Verbraakstraat.
Op een kwade dag kregen we de schrik van ons leven. Na ons de tandjes te hebben gesjouwd aan oude kranten, ze overal gestopt te hebben waar we ze maar konden stoppen en ze met veel moeite naar Alblas hadden verhuisd, was het moment daar dat we uitbetaald zouden worden. Maar in plaats van centen, stuivers en dubbeltjes, schoof de oudpapierdealer bij ieder van ons een stuk of vijf toffees in ons handen. Eerst dachten we dat we werden opgelicht, maar Alblas legde uit dat de papierprijs al weken aan het kelderen was en het nu het punt had bereikt dat we eigenlijk geld zouden moeten betalen om onze kranten kwijt te kunnen. Om niet de boeman te worden had hij een paar zakken toffees aangeschaft en had zich voorgenomen dat dit ons wettig betaalmiddel zou worden.
Eenmaal weer buiten keken we elkaar aan. Sommigen stelden voor om bij Alblas een steen naar binnen te gooien, in de hoop dat hij die op zijn kop zou krijgen. Anderen wilden hun grote broer vragen de papierhandelaar die avond in elkaar te slaan. We hebben het gelukkig allemaal niet gedaan en besloten ons verlies te nemen. Dat en het feit dat we weer een levensles rijker waren. We hadden (weer) geleerd wat teleurstelling is.
Van de rest weet ik het niet, maar zelf heb ik daarna nooit meer oude kranten opgehaald.
De Noordergids heeft ook een pagina op Facebook. Volg ons en krijg automatisch onze berichten in je nieuwsoverzicht. Ga naar de Noordergids op Facebook.
De open Facebookgroep Oude Noorden 010web is op zoek naar nieuwe leden.